ING is van plan ‘agressief’ te gaan groeien. Waar eerder rekening werd gehouden met jaarlijkse groeipercentages van ongeveer 2 tot 2,5 procent, wil de bank nu inzetten op ongeveer 4 tot 5 procent. Dat moet onder meer gebeuren door te groeien dankzij overnames. Een risicovolle strategie, vindt vermogensbeheerder Jim Tehupuring van1Vermogensbeheer. ‘Je moet je vooral afvragen of het overnemen van andere partijen tegen toch wel hoge prijzen op dit moment wel de manier is om te groeien.’
De groei aan de inkomstenkant moet vooral komen uit het klantenbestand dat jaarlijks met een miljoen moet groeien. Die groei zal niet uit Nederland komen, verwacht Tehupuring. 'Buiten Nederland is ING al behoorlijk actief, onder meer in Turkije. Maar ze willen vooral in Duitsland, Australië en Italië gaan uitbreiden', zegt hij.
‘Je moet je vooral afvragen of het overnemen van andere partijen tegen toch wel hoge prijzen op dit moment wel de manier is om te groeien’
Tehupuring vindt met name de uitbreidingsplannen in Italië opvallend. 'Lang hadden ze daar te maken met een klantenstop, omdat de toezichthouder daar zei dat ING geen marketing mocht doen, omdat het klantenonderzoek niet op orde was. Straks mag het dus wel weer.' En dus zet de bank in op een forse groei van het aantal klanten over de grens. Wel wil ING met name particuliere klanten ontvangen. 'Daar moet het geld vandaan komen.'
Dienstverlening
Ook wil ING dat de inkomsten uit de dienstverlening toenemen, zoals bij het afsluiten van hypotheken. 'Ze willen over drie jaar 5 miljard euro aan fee-inkomsten gaan realiseren. Om dat in perspectief te plaatsen: nu is dat 3,5 miljard euro. Ze denken dus ongeveer 50 procent te groeien in die markt, met nieuwe klanten en meer fee-inkomsten', vat Tehupuring samen.
De groei zal niet alleen organisch plaatsvinden. Ook overnames moeten bijdragen aan de expansie van de bank. De financiële middelen daarvoor heeft ING ruimschoots, ziet Tehupuring. 'De bank heeft genoeg geld in kas. Ze zeggen dat het extra geld aangewend kan worden voor de aandeelhouders of voor overnames.' Topman Steven van Rijswijk gaf eerder al aan dat het ruimte ziet voor overnames in het Europese bankwezen. Volgens hem zijn er te veel banken die maar een beperkt marktaandeel hebben.
Maar Tehupuring zegt ook: 'een ezel stoot zich in het algemeen niet tweemaal aan dezelfde steen.' Daarmee verwijst hij naar het Fix-percentage dat op 12 procent staat. 'Dat is eigenlijk de angstbarometer, of risicopremie, die in opties is ingeprijsd. Nu staat hij op 12 procent. Dat was ook zo vlak voor het uitbreken van de coronapandemie, toen we ook dachten dat de beurzen lekker gingen en vervolgens stortte alles in.'
Risicovolle overnames
Tehupuring haalt nog een financiële gebeurtenis aan waar die 'risicopremie' op 12 procent stont: de kredietcrisis. 'Toen waren ING en ABN Amro 'on top of the world'. Ze waren grote partijen, hadden overnames gedaan en waren gerespecteerde en respectabele banken van aanzien.' Maar die periode kon ook zomaar het einde zijn van die banken. 'Ze hadden dure overnames uitgevoerd en wisten niet precies wat ze hadden gekocht. Dat werd hen uiteindelijk bijna fataal en toen moest de staat er aan te pas komen om ze te redden. Ik hoop niet dat het nog een keer gebeurt', zegt Tehupuring.
De vraag is daarom of ING dit risico moet nemen, zegt Tehupuring. 'Je moet je vooral afvragen of het overnemen van andere partijen tegen toch wel hoge prijzen op dit moment wel de manier is om te groeien. Je kan ook op eigen kracht klanten werven, weten wat er in huis wordt gehaald en dat doen door de lopende winststroom te gebruiken.'
Rente
Ook moet ING rekening houden met een dalend rentetarief. 'Daardoor hebben ze de afgelopen twee à drie jaar echt de wind in de rug gehad', zegt de vermogensbeheerder. 'Het rentebedrijf heeft het fantastisch gedaan, met hele mooie marges. Je ziet ook dat de concurrentie beperkt is, waardoor de hoge marges intact blijven en er miljarden op de rente wordt verdiend.'
ING beweert dat het risico wel gezien wordt van een dalende rente, maar dat het daarom meer wil inzetten op de inkomsten uit de dienstverlening. 'Op dit moment komt 55 procent uit het rentebedrijf, dat moet naar beneden naar ongeveer 40 tot 45 procent. Uiteindelijk zullen ze andere diensten moeten gaan aanbieden, waardoor het minder afhankelijk wordt van het rentebedrijf', aldus Tehupuring.
